Familieopstellingen
oktober 8, 2024Uitreiken naar je ouders: ieder kind wil dit graag
oktober 22, 2024Familieopstellingen
Een familiesysteem strekt zich over meerdere generaties uit. Het is het systeem waaruit niemand weg kan. Voor altijd blijf je kind van je ouders, kleinzoon of kleindochter, et cetera. De energie in het systeem kan generaties lang zijn overgedragen. Familiesystemen zijn erop gericht om evenwicht te brengen en te behouden en ieder lid van het systeem de eigen plek te laten innemen. Uit Bert Hellinger's onderzoek komen een aantal universele ‘wetten’, of principes, naar voren die spelen binnen familie- en andere systemen. Als er wordt voldaan aan deze principes dan zal er rust ontstaan in het systeem.
De Systeemprincipes zijn:
- Binding; behoefte om ergens bij te horen: Ieder mens maakt onderdeel uit van een systeem en heeft recht op zijn of haar plek binnen dit systeem
- Volgorde; behoefte aan de veiligheid van sociale regels en voorspelbaarheid: Ieder mens heeft een eigen plek in het systeem.
- Balans geven en nemen; behoefte aan evenwicht, gelijkwaardigheid in geven en nemen. Er hoort een balans te zijn in geven en nemen. Er is een vrije en dynamische uitwisseling van geven en nemen. Als de systeemprincipes niet worden gerespecteerd, dan raakt het evenwicht in het systeem verstoord. Het verstoort de verhoudingen. Dit kan schade brengen aan de mensen binnen het systeem. Ieder vanuit zijn eigen positie gaat proberen deze zaken onbewust weer goed te maken. Er ontstaan dan dynamieken, bewegingen, patronen die erop gericht zijn dat evenwicht weer te herstellen. Als er problemen zijn ontstaan, dienen deze ook in het systeem worden opgelost. Door het naleven en herstellen van de Systeemprincipes, ontstaat er ruimte voor acceptatie, vergeving en zingeving. Vaak zijn we er niet van bewust dat dit speelt.
Ieder mens heeft recht op zijn of haar eigen plek binnen het systeem.
Binding en verbinding: er is een groot verschil tussen binding en verbinding. Binding komt voort uit het grote verlangen erbij te horen. Het bindt ons aan de mensen om te overleven. We kunnen niets anders dan binding toelaten. Als eerste is er de biologische binding. Dit is de binding tussen ouder en kind. Deze is er altijd, ook als de ouders het kind niet zelf hebben opgevoed. Tijdens het opgroeien wordt de binding natuurlijkerwijs minder en omgezet naar verbinding. Naast de binding met familieleden, zijn er ook op andere vlakken bindingen mogelijk. Binding ontstaat bij alle ervaringen waar wij voor open staan. Zo kun je je binden aan je partner, maar ook aan de veroorzaker van een auto-ongeluk of een dader bij seksueel misbruik. Er is binding door overleving, zoals dader en slachtoffer, redder en geredde, donor en patiënt. Binding heeft te maken met ‘energetisch vast zetten’ en kan er toe leiden dat je je innerlijk geremd voelt. Je kunt ook in verbinding staan met mensen. Een verbinding is vrij en zuiver van mens tot mens, zonder dat er zaken ‘in de weg zitten’. Dit betekent dat er een ‘wij’ is dat door een afzonderlijk ‘ik’ en ‘jij’ steeds in het moment vorm wordt gegeven op basis van bewuste keuzes. Wanneer je niet geleerd hebt de binding los te laten en je eigen pad te kiezen, kan het zo zijn dat je bijvoorbeeld in je eigen relaties ‘strijdt’ tegen de binding. En deze daarmee in stand houdt. Met verbinden wordt bedoeld: in staat zijn om zowel te geven als te ontvangen.
Het tweede principe van een familiesysteem is dat iedereen recht heeft op een eigen plek. Het systeem kent een natuurlijke Volgorde. In het Genogram is de ordening, ook wel volgorde genoemd, weergegeven. Met links de vader, de moeder staat er naast. Dan de kinderen op volgorde van geboorte. Iedereen maakt deel uit van de volgorde. Of de ouders of kinderen nog leven en of er nog contact is met elkaar. Men spreekt van: - Verticale volgorde; dit gaat over alles wat er voor jou komt, en alles wat na jou komt. Dit gaat over de lijn van voorouders, grootouders, ouders (dat wat voor jou komt) en kinderen, kleinkinderen etc. (dat wat na jou komt). - Horizontale volgorde; dit gaat over alles wat naast jou staat. Dit gaat over broers, zussen, partner en ex-partners Als ieder in een familiesysteem zijn of haar plek inneemt, is er rust in het systeem en in de mensen zelf. Dan is er eenheid. Dan klopt de volgorde. Het innemen van je eigen plek is ook een vorm van ‘jouw eigen verantwoordelijkheid nemen’. Je plek is uniek. Het is namelijk jouw plek. En vanuit jouw plek ben je het meest krachtig. Vanuit deze plek kun je je weg bepalen. Kun je, als je kinderen hebt, goed voor ze zorgen. Door gebeurtenissen in je gezin van herkomst ben je wellicht van je eigen plek afgegaan. Je kunt op de plek van je ouders of zelfs van je voorouders zijn gaan staan. Of je bent van plek verwisseld met een broer of zus, die eerder geboren is dan jij. Je kunt ook op een verkeerde plek staan, doordat een kind niet is meegeteld (bijvoorbeeld miskraam, abortus, adoptie). Heb je een eigen gezin? Dan kan je wellicht ook bij je eigen kinderen gaan staan, als vriend of vriendin. Realiseer je dan wel dat je kind dan ook van zijn of haar plek gaat.
Weet je wat jouw plek is?
Een situatie die tegenwoordig vaak voorkomt, is wanneer twee gezinnen worden samengevoegd en zij brengen kinderen mee. In deze situatie heeft de liefde voor de kinderen uit de vorige relatie voorrang op de nieuwe liefde van de partners. Daarna komt de band van man en vrouw en eventueel de kinderen die zij samen hebben.
Derde principe: Er hoort een balans te zijn in geven en nemen. Er is een vrije en dynamische uitwisseling van geven en nemen. Het derde principe van een familiesysteem is dat de balans van geven en nemen in evenwicht moet zijn. Er is behoefte aan gelijkwaardigheid, aan evenwicht. Als je iets van iemand ontvangt, heb je de behoefte om iets terug te geven. Er is in deze situatie een gever en een nemer en door iets terug te geven (in welke vorm en wanneer dan ook), wordt de ander gever en nemer. Op deze manier ontstaat er een wisselwerking en draagt dit bij aan een relatie. Van belang is wel dat als je iets ontvangt, het daadwerkelijk kan aannemen, dankjewel kunt zeggen. In een familiesysteem werkt het in de verticale lijn (van ouders naar kind) anders. Ouders geven meer aan hun kinderen dan ze ooit terug kunnen geven. En dat begint al doordat je ouders jou je leven hebben gegeven. Als kind neem je voeding, verzorging, aandacht, liefde. Als kind neem je je ouders aan als je ouders en is het aan jou om te accepteren wat ze kunnen geven. Vaak is dit voldoende. Ook als jij dit niet als zodanig ervaar, is het aan jou om te accepteren wat is. Ook in de horizontale lijn, tussen broers en zussen, geldt dat wie eerder is geboren geeft aan de broertjes en zusjes die jonger zijn. Het oudere kind geeft het meest, en het jongere kind ontvangt meer. Als in het familiesysteem de ÈÈn te veel genomen heeft, gaat een ander onbewust meer geven. Zo kan het zijn dat als iemand niet de verantwoordelijk draagt die van hem of haar is, dit wordt overgenomen door een ander familielid. Dit kan zelf gespeeld hebben in eerdere generaties en nu door iemand worden overgenomen. In alle andere relaties, systemen of groepen dient het geven en nemen in balans te zijn. Het evenwicht wordt verstoord als de ÈÈn weigert iets van de ander aan te nemen en zo buiten de schuld te blijven. Of als de ÈÈn heel veel geeft en daardoor zelf onschuldig blijft.
De systeemprincipes geven je inzicht hoe het in jouw familiesysteem zit. Heeft iedereen een plek? Staat iedereen op de eigen plek? Klopt de volgorde? Is er balans tussen geven en nemen?
Ieder mens heeft behoefte aan overzicht, duidelijkheid en inzicht in grenzen.
Afbakening is noodzakelijk als iemand niet zijn eigen plek inneemt. Als je als kind bijvoorbeeld de rol van ÈÈn van je ouders overneemt, verlies je je rol als kind. Vaak heeft dit als gevolg dat je het respect voor die betreffende ouder kwijtraakt of dat je een groot verantwoordelijkheidsgevoel krijgt, ook voor dingen die niet bij je horen. Als dit bij jou speelt, is het belangrijk om weer je eigen plek in te nemen. Je ouder weer als ouder te zien, en zelf weer jouw rol als kind te nemen. Je bent hoe dan ook kind van je ouders. Zij hebben jou het leven gegeven.
Afbakening
Ga in gedachten naar je ouders, zet ze voor je en kijk ze aan.
Dan zeggen je ouders dit:
“Wij zijn jouw ouders. Jij bent ons kind.”
“Wij zijn de grote. Jij bent de kleine.”
“Wij hebben je het leven gegeven.”
“Wat er tussen ons is en is geweest, is aan ons en niet aan jou.”
“Jij bent ons kind en wij zijn jouw ouders.”
Je mag tegen je ouders zeggen:
“Jullie zijn mijn ouders. Ik ben jullie kind.”
“Jullie zijn de grote. Ik ben de kleine.”
“Dank voor mijn leven.”
“Ik buig.”
Wil jij meer informatie? Neem dan contact met mij op Of boek gemakkelijk jouw me-time in via het online boekingssysteem ♡
Gwenny Mees
Waar kan ik jou bij helpen? Boek gemakkelijk jouw me-time in via het online boekingssysteem ♡
Laten we er voor elkaar zijn, wees dat lichtpuntje in iemands leven, dat maakt de wereld mooier! Voor meer informatie en updates over yoga en healing, volg mij op instagram @laluna.yoga.nl